Algemene informatie

Wat is het belang van een veilige hechting?

Gehechtheid is de basis van het leven. Kinderen die veilig gehecht zijn, ontwikkelen zich op alle terreinen beter. Veilige gehechtheid betekent veel voor het welzijn van het kind en voor zijn ontwikkeling.
Dit geldt voor de betekenis van spelen, de cognitieve ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling en de emotieregulatie.

Hoe ziet een gezonde hechtingsrelatie eruit?

De onderlinge afstemming tussen ouders en kind bepaalt grotendeels de kwaliteit van de relatie tussen hen. De ouder stelt grenzen en biedt het kind, ondersteuning, controle en instructie. Door de opvoedrelatie ontstaat meestal intimiteit waarbij het kind veiligheid, liefde en geborgenheid ervaart. Indien hier sprake van is, kan het kind zich veilig hechten.

Wat zijn de bouwstenen van de hechting?

Op elke leeftijd heeft een kind iets anders nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen. In elke leeftijdsfase ‘leert’ een kind dingen van zijn opvoeders. Er wordt dan een basis gelegd voor de volgende fase. Deze basis is als een bouwsteen. Als een bouwsteen niet optimaal ontwikkeld is, heeft dat invloed op de rest van de ontwikkeling van het kind.
De eerste bouwsteen is dat het kind basisveiligheid ervaart. Van daaruit ontwikkelt het kind als tweede bouwsteen toevertrouwen in de opvoeder. Het kind krijgt dan het zelfvertrouwen om zijn zelfstandigheid te kunnen ontwikkelen. Het kind heeft daarmee de basis gelegd om met anderen een relatie op te bouwen en te onderhouden. Als dat gebeurt is, volgt de zelfontplooiing. Het kind voelt zich thuis in het eigen lichaam en ervaart veiligheid in de relatie met anderen en in de wereld. Het durft steun en troost te vragen als dat nodig is, en gaat zijn eigen weg in het vertrouwen altijd op een ander terug te kunnen vallen. De ouder wordt hier uitgenodigd een stapje terug te doen en erop te vertrouwen dat er in de voorgaande fasen een voldoende stevig fundament is gelegd.

 

Hoe worden de bouwstenen van de hechting doorlopen?

Het doorlopen van de bouwstenen van de hechting, gebeurt stapsgewijs en leidt tot affectregulatie.
            Voor de ontwikkeling van het zelf vanaf de babytijd, is het spiegelen belangrijk. Door de herhaalde ervaringen van het spiegelen en het zoeken naar gezamenlijk beleefd plezier hierin, wordt het kind in interactie met de ouder, heel basaal zichzelf en de ander gewaar.
            Naast het spiegelen kan de ouder iets toevoegen dat erbij past, afgestemd op elkaar: matchen. In de gewone, gezonde dagelijkse interactie tussen ouder en kind wordt dit matchen vormgegeven en wordt nieuwsgierigheid gewekt bij het kind, wat het begin is van 'gaan onderzoeken'. 
            In dit proces ontstaat als vanzelf – via spiegelen en matchen – de dialoog. Hier wordt een heen-en-weer-interactie gevormd, waarin beiden iets eigens toevoegen. Het einddoel staat niet vast, het is meer een ‘samen zoeken van een nieuwe weg’ in een onontgonnen gebied. Deze interactie wordt synchroniseren genoemd. 

            Vanuit ontwikkelingsperspectief is affectregulatie een voorloper van mentaliseren.

Wat is mentaliseren?

Mentaliseren kan omschreven worden als het vermogen tot reflectie over de eigen wereld en die van anderen. Het betekent dat je er besef van hebt dat je eigen doen en laten, en dat van anderen, van binnenuit ontstaat door gedachten, gevoelens en verlangens. Als je bijvoorbeeld iemand ziet fronsen, zie je niet alleen dat hij zijn voorhoofd samentrekt, maar ook dat die persoon waarschijnlijk geïrriteerd is.

Mentaliseren stelt de ouder in staat de innerlijke toestanden van het kind adequaat te ‘lezen’: ben je moe, blij, bang, kwaad, is het te druk, wil je spelen? De ouder benoemt dit, en maakt duidelijk dat wat het kind ervaart niet de emotie van de ouder is, maar die van hemzelf. Hierdoor merkt het kind op dat de opvoeder zijn gevoelens begrijpt, maar niet op dezelfde manier beleeft.
           Geleidelijk ontstaat zo bij het kind een mentale voorstelling van gevoelens en leert het nadenken over gevoelens en intenties van anderen. Voor kinderen is dit nodig om de wereld en de mensen om zich heen te begrijpen.

Hoe kan muziek hieraan bijdragen?

Muziek is een natuurlijk communicatiemiddel tussen ouder en kind. Vanaf de geboorte communiceren baby’s met hun verzorger via muzikale elementen zoals ritme, dynamiek, harmonie en toonhoogte. In muzikale improvisaties kun je momenten van afstemming, gedeelde aandacht en wederzijds contact bereiken. Voorbeelden hiervan zijn: ‘Mirroring, imitating and copying’ – ik let op wat jij nodig hebt, ik zie jou; ‘Matching’ – ik stem op jou af; ‘Grounding, holding and containing’ – ik ben er voor jou; ‘Accompanying’ – ik heb vertrouwen in jou, ik geef jou ruimte.

Bovenal kan samen muziek maken zorgen voor gedeeld plezier, een onmisbare factor voor een sterke ouder-kindrelatie.